De basisactiviteiten waarmee we werken in het jenaplanonderwijs zijn; gesprek, spel, werk en viering. Deze vier pijlers zijn allemaal belangrijk, maar komen niet even vaak voor op een dag of in de week. De pijler werk neemt meer tijd in beslag dan gesprek, spel en viering. Door een ritmische afwisseling gedurende de dag en/of week werken de kinderen afwisselend met hun hart, hoofd en handen.

Gesprek

Tijdens een gesprek zitten we zoveel mogelijk in de kring. De kring is het vertrekpunt van de les, een wezenlijk onderdeel van het onderwijs. De leerlingen leren er hun doelen te formuleren, informatie te presenteren en naar elkaar te luisteren.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan een ik-kring, een actualiteitenkring, de weekendverhalenkring en een boekenkring.
We leren de kinderen om samen te overleggen en te beslissen en we bespreken en delen ervaringen met elkaar.
De kinderen leren ook om een eigen mening te vormen, ze verwerven kennis en oefenen hun sociale en communicatieve vaardigheden.
Ze leren kritisch te zijn en een positief zelfbeeld te creeëren en te genieten van de inbreng van groepsgenoten.

Spel

Spel is een zeer belangrijke vorm van leren. Leren begint vaak met nadoen en groeit uit tot zelfontdekken en verdieping. Met spel oefen je o.a. denken, weten, willen, voelen, kunnen en verbeelden.
Spel vraagt letterlijk en figuurlijk ruimte, die bieden wij de kinderen. De stamgroepleider speelt (waar mogelijk) samen met de kinderen.
Er zijn verschillende spelvormen; leerspel, creatief spel, bewegingsspel en vrij spel.

Werk

Het gaat om het leren werken onder eigen verantwoordelijkheid. Kunnen plannen, uitvoeren, evalueren, inoefenen, volharden en het ontwikkelen van kwaliteitsbesef. Aan het werk van de kinderen worden bepaalde eisen gesteld en koppelen we waar mogelijk ook aan het stamgroep thema. Zo wordt werken betekenisvol en interessant voor kinderen. Om zelfverantwoordelijk te kunnen leren, moet je:

  • De doelen kennen
  • Leren samenwerken
  • Leren plannen, kiezen, structureren, vastleggen en tijdsbesef ontwikkelen.

De verschillende werkmomenten door de dag heen zijn o.a. de instructies, de blokuren, het stamgroepwerk en het werken in hoeken.

Viering

De wekelijkse viering  met de hele school en ouders is een weerspiegeling van wat de leerlingen in de stamgroep de afgelopen periode hebben beleefd en geleerd. We leggen de nadruk op de gezamenlijkheid en verbondenheid, de presentatievaardigheden, en waardering opbrengen voor de presentaties. 
We vieren ook alle bijzondere gebeurtenissen door het jaar heen zoals Sinterklaas en Kerst of het afsluiten van een schoolbreed of bouwbreed thema. 
In de stamgroep hebben we aandacht voor de verjaardagen en andere belangrijke momenten voor de kinderen zoals een trouwerij of het overlijden van een huisdier of dierbare. Door samen te vieren (ook als dat een verlies is) wordt de groep sterker.